donderdag 26 januari 2012

Koerier

Het wordt de universiteit in Leiden. Of Windesheim Zwolle. 
Ze is met haar vader naar de jaarlijkse scholenmarkt geweest. Daar mag je naartoe als je nog niet eens halverwege je middelbare schoolcarrière bent. Profielkeuze moet in perspectief gemaakt worden tenslotte.


“Leiden?” roep ik vol afgrijzen uit, met een beschuldigende blik naar haar begeleider.
Hij mompelt iets van ”stond een aardige studente achter.” Ik buig me maar even niet over de vraag of dat zijn opinie is of de hare, en probeer aan dochter uit te leggen dat je eigenlijk niet in Leiden kan gaan studeren als je ouders in Utrecht hebben gestudeerd. 
“Maar ze hebben daar Latijns-Amerikastudies” 
Oké, daar heeft ze een punt. Dat zou ik ook wel willen studeren. 
“Het is wel een ballentent hoor, dan moet je deze lente eerst maar eens beginnen met tennis” voeg ik er –best flauw- aan toe.


De volgende dag neemt ze de folders nog eens door. “Pff, psychologie moet je tweehonderd bladzijden per week voor lezen, dat doe ik niet hoor” 
“Veertig bladzijden per dag valt anders best mee” zeg ik. “Oh ja… dàt gaat nog wel.” ontdekt ze blij. Dyscalculie heet dat. Niet kunnen rekenen.
Die profielkeuze is in haar geval dus niet zo moeilijk. Drie van de vier profielen vallen a-priori al af.


Ik denk een beetje weemoedig aan een jaar of drie geleden. Toen begonnen we voorzichtig aan de keuze voor een middelbare school. Denk wel dat we de goede hebben gekozen. Als ik weer eens mezelf verbijtend –denk eraan, ze hebben een puberbrein!- achter ze aan moet rijden om ze iets te bezorgen dat ze zijn vergeten ben ik blij dat het geen Amersfoort is geworden. Of vergeten ze sneller iets omdat ze weten dat ik het toch wel even kom brengen? Er bekruipt me altijd een gevoel dat er iets niet helemaal klopt als ik blijmoedig begroet word door een conciërge met "Goedemorgen mevrouw Smit!"


En dan die vage smsjes. 
*Ik denk dat mijn boek voor de boekbespreking nog op mijn bureau ligt, of misschien zit ie ook wel in mijn tas. Wil je even kijken*
*Niet op je bureau. Kijk in je tas*
*Kan niet, zit op de fiets*
Aaargh.
5 minuten later:
*Zit niet in mijn tas. Kijk nog eens op mijn bureau.*
Ja. Ik ben gek.
*Misschien op mijn bed*
Daar ligt het inderdaad. Natuurlijk wel onder het dekbed. En daar ga ik weer.
*Heb hem. Leg hem wel bij de conciërges*
*Kan je dan meteen een koek meenemen?*
*ook vergeten?*
*ja* *blond hè* *dus je legt het bij de conciërges?* *bedankt mam* *xxx*
En dan niet snappen waarom je beltegoed altijd zo snel op is.


Ik hoop dat ze niet denkt dat ik naar Leiden kom rijden, straks. Of naar Zwolle. Misschien is dat dan niet meer nodig ook? Zover ben ik nog niet in dat puberbreinboek. Ik haal bij lange na geen veertig bladzijden per dag namelijk. Ik heb het veel te druk. Met heen en weer rijden. 
Gelukkig hebben we nog een jaar of drie. Kan ik lezen. En kan haar brein nog wat ontwikkelen. En naar alle waarschijnlijkheid denk ik na die drie jaar weemoedig terug aan dit moment. Nu heeft ze me nog nodig…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten