vrijdag 30 mei 2014

Aan de beurt

"Ja joh, dan ben je ineens aan de beurt", zegt de meneer van het schadebedrijf terwijl hij me de sleutels van de leenauto overhandigt.
Vandaag wordt de auto daar ook afgeleverd door de berger. Stevig kapot is ie aan de linkerkant. Want daarmee ving ik woensdagavond de auto op die tegen me aanreed.

In de bocht van de A12 naar de A27 gebeurt het. Ik rijd op de rechterbaan terwijl ik terugzak naar de adviessnelheid. Vanuit mijn ooghoek zie ik iets naast me slingeren. Ik trap op mijn rem en met dat ik dat doe klappert een auto een paar keer tegen de mijne aan. Het gaat zo snel dat ik me nauwelijks realiseer wat er gebeurt. Op een of andere manier bevinden we ons allebei ineens op de vluchtstrook. De andere auto rijdt langzaam voor me uit en stopt dan. Ik zet mijn auto een stukje erachter neer en blijf even zitten. Uit de andere auto stapt een jonge vrouw. Ze komt naar me toe en vraagt of ik ook zo zit te trillen. Verdwaasd stap ik uit. Er is hier geen vangrail, alleen maar kletsnat gras en bomen. Met een misplaatst picknickgevoel zetten we een gevarendriehoek neer en trekken we zo'n gezellig geel hesje aan. Ondertussen proberen we te reconstrueren wat er gebeurd is.

Na wat gebel komt er een man van  Rijkswaterstaat ons gezelschap houden. We staan op een gevaarlijk punt in de bocht.  Als hij de reconstructie hoort en de schade ziet zegt hij wijzend op mij tegen de vrouw: "het is maar goed dat ze je heeft tegengehouden, want anders had je dit waarschijnlijk niet kunnen navertellen". En gebarend naar de bomen: "Dan hadden we je daar uit moeten vissen".
Als ik haar de volgende ochtend aan de telefoon heb bedankt ze me ervoor. "Graag gedaan" zeg ik. En ik denk erover na. Het was geen keuze van me om haar letterlijk op het rechte pad te houden. Maar nu ik de consequenties ken ben ik blij dat je op zo'n moment geen keus hebt of hoeft te maken.

De Berger arriveert. Hij informeert ook weer uitgebreid naar onze ervaringen. Mijn bewondering voor deze mensen groeit. Het zullen niet altijd twee vrij nuchtere dames uit de zorg zijn die je aantreft.
Het is niet slechts wegen afzetten of een auto ophijsen wat ze doen.
Terwijl we in het donker en in de regen worstelen met een schadeformulier, ik moet echt standaard een leesbril mee gaan slepen merk ik, legt hij nog eens duidelijk uit wat we gaan doen. De RWSmeneer zet de andere bestuurster geheel tegen de regels in af op haar werk dat vlakbij is,  en ik ga met de Berger en de auto's mee en dan belt ie een taxi voor me.

"Nee hè" denk ik als ik de taxichauffeur aanschouw die rechtstreeks uit een Boko Haram delegatie lijkt te zijn gestapt. Maar ook hij informeert bezorgd naar mijn gezondheid, en via de zijwieltjes op de fiets van zijn dochter, toerisme op de Veluwe, de ziekte van Lyme en het studiefinancieringsstelsel zijn we in no time waar ik moet zijn.
Om iets over drieën steek ik de sleutel in het slot.

De volgende dag zit ik- in een andere auto- alweer meer dan 100 kilometer achter het stuur. Ik ben niet bang, misschien ietsje alerter dan anders maar het voelt prima.

Als ik terugrijd naar huis in de vervangende auto van het schadebedrijf gonst het nog wat na in m'n oren: dan ben je ineens aan de beurt... Eigenlijk, bedenk ik, waren we juist nog niet aan de beurt....