donderdag 29 september 2011

Boodschappen

We doen boodschappen. Zoon en ik. Dat wil zeggen, ik doe boodschappen, voor hem is het meer een social event. Hij maakt een praatje met de bedrijfsleider, gaat een worstje halen, babbelt even met een wat oudere meneer over de voor- en nadelen van een bepaald soort hagelslag, kortom; hij vermaakt zich uitstekend.


Ik vind boodschappen doen een stuk minder leuk dan hij. Heen en weer rennend door de winkel -nee hè, geraspte kaas vergeten, terug!- bedenk ik dat het toch veel makkelijker zou zijn om alles via internet te bestellen. Je vergeet niks, je hoeft niet met een onwillige kar tegen de stroom in weer helemaal terug naar het begin van de winkel omdat daar iets ligt wat je dringend nodig hebt, het kost minder tijd, je rijdt niet met je trekhaak precies tegen de parkeersensor van de bezorgbus op het veel te krappe parkeerterrein- dat soort dingen.


Eigenlijk bestellen we al heel veel via internet. Een groot deel van de kleding, bijna alle elektronica. Alles keurig thuisbezorgd. Dat is zoon ook niet helemaal ontgaan merk ik als we met volle kar het parkeerterrein weer opdraaien. Hij laat me een kleurplaat zien die hij van de "slager-mevrouw" heeft gekregen. Als hij hem mooi kleurt krijgt hij iets leuks. We bekijken de plaat eens goed. "Dan moet hier mijn naam staan hè?" vraagt hij. "Ja, en hier je adres en daar je leeftijd." Door zijn vervolgvraag realiseer ik me dat we het per internet bestellen van boodschappen nog maar even moeten uitstellen:
"Mijn levertijd?"

dinsdag 27 september 2011

Niet doodslaan

“Hoeven ze nooit iets uit hun hoofd te leren?”  Ik vroeg het twee jaar terug aan de predikant die Natalia catechisatie gaf. Meer uit nieuwsgierigheid dan uit correctiedrift overigens.
“Hoe ging dat bij jouzelf, vroeger?” was zijn wedervraag. Hij had gelijk. Het was precies 5 minuten lopen van ons huis naar de kerk.  Precies de 5 minuten die ik nodig had om de vraag van de week in m’n kop te stampen en die vlak na aankomst te lozen. Maar dochterlief kwam met verhalen thuis, verbanden die ze had leren zien, inzichten die ze had gekregen. 


Dit jaar is alles anders. Ik zeg niet slechter, maar wel anders. En ik zie mezelf terug. Niet helemaal, want de 5 minuten zijn voor hen een half uur, daar boffen ze bij, want er moet niet alleen geleerd, maar ook gemaakt worden. Vriendin wordt opgehaald in een dorp vlakbij en dan door richting kerk. Zaten ze de voorgaande jaren genoeglijk te babbelen, tegenwoordig is het een gekkenhuis. “Wat heb jij al?”  “Pen, pèn!” “Mam, wat is het verschil tussen een verbod en een gebod?” 


Ik dicteer op volle sterkte boven de radio èn jongste dochter die naast me volhardend zit te mompelen: “Met heel uw hart en geheel uw verstand en geheel uw ziel” uit. “Andersom” roep ik nog snel even naar rechts “eerst ziel en dan verstand”. Gek dat ik dat nog wel onthouden heb. Achter hebben ze de volgende vraag: “Als je niet mag stelen, wat mag je dan wel?”  “Hard werken en uitdelen. Staat in Efeze. Vier. Vers iets in de twintig.” 


Ik probeer op te letten waar ik rij, het zijn rotbochten hier. 
Paniek op de achterbank. “ Waar staat de wet?” Ik word het zat “Geef maar hier!” Met een oog op de weg en een oog op de bijbel ga ik steeds langzamer  rijden. “Als je niet mag doodslaan, wat mag je dan wel?”


Het voelt alsof het doodstil wordt om me heen. Ik geef snel de bijbel naar achter en concentreer me op de weg. “Mensen in leven houden”. 

donderdag 22 september 2011

Stadsgeluiden.

Nachtje bij m'n moeder. Ze woont hier prachtig. Niet al te groot, maar een mooi, licht appartement, tegenover het winkelcentrum, tram voor de deur, ziekenhuis ernaast voor je-weet-maar-nooit. 2 minuten de andere kant op brandweerkazerne en politiebureau. Lekker veilig. Net als de slaap me een beetje wil overvallen hoor ik het. Ik wapper wat met m'n dekbed en probeer het te negeren. Even later hoor ik het weer. Hier. Of all places..een mug! Een stadsappartement, 5 hoog. Ik doe het licht aan en probeer rond te kijken. Thuis heb ik daar een man voor en als die niet helemaal wil meewerken ergens ook nog wel een bril. Hier heb ik dat allemaal niet en om m'n moeder er nu wakker voor te maken....die ligt nog bij te komen van het idee dat ze gisteren 78 is geworden.
Ik pak mijn dekbed op en wandel. Echt veel keus heb je hier niet, dus het wordt de bank in de woonkamer. Die is best groot. Maar net geen 1 meter 73 merk ik als ik me erop nestel. Klein nadeel is ook het ontbreken van gordijnen en het bepaald niet ontbreken van heel veel ramen. De doorgaande weg hiervoor is goed verlicht. En de mensen die langskomen praten niet allemaal zo hard. Nou ja, soit! ogen stijf dicht en slapen!
Ik lig nog geen 20 minuten en verstijf van schrik. Een geluid alsof er iemand met een snijbrander de tramrails hiervoor aan het bewerken is. Blijkt het trambaanveegwagentje te zijn. Komt tergend langzaam deze kant op tot horen en zien vergaat en slaat dan de hoek om, richting ziekenhuis. Om een half uur later uiteraard weer de andere kant op te vegen.
Ik dommel de nacht door: ambulance,  nog een ambulance,  Dan politie. Of brandweer, ik weet nooit wat wat is, lallende mensen op straat, auto's die met gierende banden de hoek om moeten.
Om kwart over 5 floept er een lamp aan...tijdklok. Zullen die inbrekers vast intrappen. 6 uur: eerste tram.
Tijd voor koffie.

woensdag 21 september 2011

Grote kleine meid - De Duiventil

Als je 15 jaar oud wordt is je Duiventil-tijd voorbij. Soms is dat heel goed, de aansluiting met de kleintjes wordt minder, de skelters worden te klein, de computerspelletjes te kinderachtig en de bedtijd te vroeg.
Soms spelen die dingen helemaal niet.
Omdat de spelletjes toch altijd al te moeilijk waren en je je uren kan vermaken met het meezoemen van liedjes van Marco Borsato. Omdat je je slaap gewoon nodig hebt. Omdat je de kleintjes hoogstens fysiek ontgroeit.
En nu, na acht jaar, moet je ook weg. Als kleine hummel van 7 kwam je binnen. Je maakte zinnen van 2 woorden. Je zag geen steek maar dat wisten we toen nog niet. En wat hebben we je zien groeien in al die jaren. Woorden werden zinnen, onze hummel werd een Dame, met deodorant, oorbellen en parfum en het liefst los haar.
En toch bleef je altijd onze kleine meid. En wellicht is het daarom zo lastig om afscheid van je te nemen.

Dohobs

Als je dochter helemaal zielig in het ziekenhuis ligt, de dag voor haar verjaardag en ze heeft net te horen gekregen dat ze niet naar huis mag, dus haar verjaardag in het ziekenhuis moet vieren èn dan zie je bij het koffiehalen zo'n schattige knuffelhond liggen in het ziekenhuiswinkeltje..tja, dan koop je die want je wilt alles wel uit de kast halen om haar te troosten.
En sindsdien is Dobs haar grote troost. Prik halen? Dobs mee. Op vakantie? Dobs mee, ìn de auto of het vliegtuig natuurlijk, niet in één of andere tas. Dobs heeft ondertussen al heel wat van de wereld gezien. Dobs heeft ondertussen trouwens ook een heel dun nekje, vanwege de geïmproviseerde hondenriem die eromheen zit. Altijd juichende herkenning als we van die arme Siepie lezen. Maar dit terzijde.
Het merkwaardig troostende effect van Dobs is ook haar broertje opgevallen. En aangezien hij ziek is, mocht gisteravond Dobs bij broerlief in bed. Maar toen puntje bij paaltje kwam beviel het grote zus maar matig, zonder Dobs in bed, ze kon niet slapen. Dus het beest uit het bed van slapende broer gewurmd en de rust keerde weer. Voor een poosje dan, want om een uur of één werd broertje huilend wakker: waar is Dohohobs? Zelfde truc weer toegepast maar nu andersom, nog iets lastiger want madam lag er bovenop.
Ik kan je wel vertellen: het voelt tamelijk idioot om 's nachts stiekum door het huis te sluipen met een ontvoerde hond, zeker als je het voor de tweede keer doet. En je je tamelijk tollend van de slaap afvraagt hoe vaak dat nog moet gebeuren binnen de inmiddels toch al krap aangemeten uurtjes slaap. Gelukkig vindt Dobs alles goed. Ze hebben gelijk: zeldzaam lieve hond. Misschien dat ik hem vannacht maar een keer voor mezelf ontvoer.

Haar

Dat we er een van twee hebben, die regelmatig z'n coupe probeert te verfraaien door er een danoontje in te smeren..allá, leeftijdsadequaat zullen we maar zeggen. Maar we hebben er ook een van tien. Bijna elf. Die vertoont weer ander leeftijdsadequaat gedrag. Vandaag waren het "eenvoudige schoonheidsmiddeltjes". Haar vriendinnetje had een boek waarin "echt mam, supersimpel" recepten stonden waarmee handen, voeten en haren behandeld kunnen worden. "Mogen we dan wel die citroenen van de fruitschaal gebruiken?" vroeg vriendin. Natuurlijk mocht dat. Ik heb ze daar namelijk niet neergelegd.
Nadat er nog even werd gevraagd of mijn olijfolie wel plantaardig was (wat leren ze toch op school..) werd er druk gerotzooid in de keuken.
Vanavond moesten er twee bakjes mee onder de douche. Een bakje werd retour gezonden: of dat even in de magnetron mocht want het was zo koud. Het was haarglansmiddel. Met citroensap. En velletjes. Van de citroen. Na twintig minuten uitspoelen kwam dochterlief tamelijk wanhopig beneden: die velletjes wilden er niet uit. "Hoop conditioner erin en kammen" Als het bij luizen werkt moet het toch zeker bij citroenvelletjes werken dacht ik zo.
Tien minuten later was het gepiept. "M'n haar glanst wel erg mooi hè"
Ja. Haar haar glanst. Prachtig. Altijd.
Ook zonder citroen-met-velletjes, ook zonder een hoop conditioner. Da's ook leeftijdsadequaat denk ik.
Ik ben niet zo bang voor een herhaling.
Alhoewel..zou ik zelf....
Eens kijken of er nog citroenen op de fruitschaal liggen.