dinsdag 27 september 2011

Niet doodslaan

“Hoeven ze nooit iets uit hun hoofd te leren?”  Ik vroeg het twee jaar terug aan de predikant die Natalia catechisatie gaf. Meer uit nieuwsgierigheid dan uit correctiedrift overigens.
“Hoe ging dat bij jouzelf, vroeger?” was zijn wedervraag. Hij had gelijk. Het was precies 5 minuten lopen van ons huis naar de kerk.  Precies de 5 minuten die ik nodig had om de vraag van de week in m’n kop te stampen en die vlak na aankomst te lozen. Maar dochterlief kwam met verhalen thuis, verbanden die ze had leren zien, inzichten die ze had gekregen. 


Dit jaar is alles anders. Ik zeg niet slechter, maar wel anders. En ik zie mezelf terug. Niet helemaal, want de 5 minuten zijn voor hen een half uur, daar boffen ze bij, want er moet niet alleen geleerd, maar ook gemaakt worden. Vriendin wordt opgehaald in een dorp vlakbij en dan door richting kerk. Zaten ze de voorgaande jaren genoeglijk te babbelen, tegenwoordig is het een gekkenhuis. “Wat heb jij al?”  “Pen, pèn!” “Mam, wat is het verschil tussen een verbod en een gebod?” 


Ik dicteer op volle sterkte boven de radio èn jongste dochter die naast me volhardend zit te mompelen: “Met heel uw hart en geheel uw verstand en geheel uw ziel” uit. “Andersom” roep ik nog snel even naar rechts “eerst ziel en dan verstand”. Gek dat ik dat nog wel onthouden heb. Achter hebben ze de volgende vraag: “Als je niet mag stelen, wat mag je dan wel?”  “Hard werken en uitdelen. Staat in Efeze. Vier. Vers iets in de twintig.” 


Ik probeer op te letten waar ik rij, het zijn rotbochten hier. 
Paniek op de achterbank. “ Waar staat de wet?” Ik word het zat “Geef maar hier!” Met een oog op de weg en een oog op de bijbel ga ik steeds langzamer  rijden. “Als je niet mag doodslaan, wat mag je dan wel?”


Het voelt alsof het doodstil wordt om me heen. Ik geef snel de bijbel naar achter en concentreer me op de weg. “Mensen in leven houden”. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten