zondag 5 februari 2012

Nakomertje.

Nadeel van een redelijk nakomertje is dat je, als je denkt dat je alles gehad hebt, je je nog eens vrolijk door allerlei fases heen moet worstelen waarvan je dacht dat ze voorgoed tot het verleden behoorden. Hij is zes, dus inmiddels is het een behoorlijk open deur, maar ik noem even wat: gebroken nachten, flesjes uitkoken, luiers, buggy, peuterpuberteit en beeldbepalend voor de laatste tijd: zwemlessen.


Voor het eerst sinds lange tijd sta ik weer eens op schaatsen. Beide dochters heb ik leren schaatsen op zo’n klein nepbaantje met gehuurde schaatsen. Maar goed, het werkte enigszins en het kostte niet eens veel moeite, want het waren al ervaren skaters tegen de tijd dat we ons eindelijk op het ijs waagden.


Maar nu moet het ervan komen. De ijsbaan gaat open en zoon moet leren schaatsen, zoals het een echte kaaskop betaamt. Nu is een kind leren schaatsen een behoorlijke krachttoer voor mij. Niet alleen vanwege het heen en weer zwiepende gewicht dat ik onder controle probeer te houden, maar ook vanwege het houvast dat ik niet heb op de ondergrond. Het zou misschien slimmer zijn om zelf geen schaatsen aan te hebben. Maar geen schaatsen aanhebben op een ijsbaan is nog tien keer zo erg als toekijken bij een zwemles en zelf het water niet inmogen.


Het blijkt een combinatie van niks, de lange ijzers van mijn noren met de wijdbenigheid van zoon, die ik vanaf de achterkant probeer te begeleiden.
De stoelmethode werkt niet bij dit exemplaar. Hij trekt de stoel omver naar zich toe. Zijn focus ligt teveel achterwaarts. Vandaar de achteraf benadering die ik probeer toe te passen. “Naar voren leunen jongen, knieën buigen.”
Hij doet vreselijk zijn best. Valt, krabbelt een paar slagen, gaat weer om. 
De hel van ’63 is er niks bij. Maar hij blijft lachen.


Ander nadeel van een nakomertje is natuurlijk dat je merkt dat je zelf ook ouder bent. Tenminste in de meer fysieke gevallen. Ik kan best wat dingen bedenken waarin mijn éminence grise in mijn –en zijn- voordeel werkt. Maar dit is er overduidelijk niet een van. Mijn rug trekt dit bijvoorbeeld een stuk minder dan een aantal jaar terug.


Als ik net, al schaatsend, even overeind ga staan besluit zoon te vallen. Tegen mij aan. Mijn net ingezette achterwaartse beweging wordt hierdoor versterkt en ik ga plat achterover. De dreun resoneert in mijn hersenpan. Ik graai naast me in een hoop sneeuw –waarom viel ik daar nou net niet in?- en duw een klont tegen mijn achterhoofd. Het doet zeer!  Zoon is alweer overeind en krabbelt door. Rechtstreeks richting windwak en hoewel hij er niet in zal verdrinken –we schaatsen op een blank gezet weiland- gaat hij er geheid in onderuit. Mijn eventuele hersenschudding van me afschuddend, krabbel ik snel op de schaats en ga hem, ietwat dizzy, achterna.


Pas de volgende dag merk ik dat ik de klap toch –onwillekeurig- heb willen opvangen. Mijn nek- en hals –huh, zitten daar?- spieren zijn volledig verzuurd. Er zit een enorme bult op mijn achterhoofd. Natuurlijk ga ik de wel weer het ijs op. Zonder zoon, die mag onder begeleiding van zijn niet-schaatsende vader proefzwemmen voor zijn B-diploma. In mijn eentje blijf ik een stuk makkelijker overeind. Moet ook wel, want een tweede knal verwerkt mijn schedel denk ik niet.
Toch zal ik zoon maar dankbaar zijn. Zonder zijn komst had ik me misschien nooit meer op glad ijs begeven.

2 opmerkingen:

  1. Hoi Nicolet,

    Hier ook schaatsperikelen. Monica heeft besloten dat ze nu toch ook echt wil leren schaatsen. Eerst maar eens binnen proberen te staan op de ijshockeyschaatsen van Noël. Ja hoor, ging prima. Toen samen naar het ijs, zelfde probleem als bij jouw zoon, Moon valt telkens achterover. Niet zo gek zegt Chris; hardlopen kan ze tenslotte ook niet zo goed, want ze leunt naar achteren in de "poephouding" (schijnt een bekende term te zijn......). Maar goed, op die ijshockeyschaatsen is het dus onverantwoord. Inmiddels hebben we via marktplaats voor een zacht prijsje van die zandstra easy gliders (de nieuwerwetse houtjes) voor haar gescoord. Los nog een paar assistjes voor extra zekerheid erbij gekocht (zijn kleine korte extra ijzertjes, die net wat extra stabiliteit geven als je dreigt om te zwikken). Vol goede moed opnieuw naar het ijs. En ......het lukt. Ze houdt zich wel stevig vast aan Chris en mij, maar valt niet achterover en voorzichtig aan komt de schaatsbeweging erin. Na een aantal keren oefenen lukt het nu al kleine stukjes vasthoudend aan slechts 1 persoon. Monica supertrots en wij natuurlijk ook! Zo zie je maar, ook als je 16 bent, ben je nog niet te oud om schaatsen te gaan leren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook hier dit jaar schaatsen. Tussen middelste en jongste zit negen jaar. Dat is best veel. Heel herkenbaar dat alles nog een keer voorbij komt. Mijn oudste is 21 dus heb ik uitgerekend dat tegen de tijd dat Matthijs naar de middelbare school gaat ik 20 jaar jaar in jaar uit op het schoolplein heb gestaan van onze plaatselijke gereformeerd vrijgemaakte school. Ik vind dat ik dan een gouden handdruk verdien.

    Evelyn

    BeantwoordenVerwijderen