woensdag 8 februari 2012

garantiegevalletje

Als er hier ooit een hond komt, nemen we er een uit het asiel. Het hoeft niet persé een perfecte rashond te zijn. Er zijn een heleboel leuke tweedehands hondjes.
Mogelijk hebben we een zelfde soort houding tegenover aan te schaffen auto’s. Hoeft allemaal niet nieuw en gestroomlijnd. Als het maar rijdt en niet groen is. Zoiets. Kleine afwijking moet kunnen.


Het nieuwe autootje had ook een klein mankement. Werd er meteen bij verteld, want te opvallend om niet te melden. Hij sloeg met regelmaat af. Kwestie van een nieuw stiftje ergens in. Verkoper was geen monteur, dus wist het ook niet precies, maar kwam helemaal goed voor aflevering.


Ik breng zoon naar school met het net afgeleverde exemplaar. Op de terugweg slaat ie ineens af als ik terugschakel. Ik start hem weer terwijl ik nog rijd. Gaat goed. Een paar honderd meter dan. Dan weer hetzelfde, maar nu weet ik hem door een goede dot gas aan de gang te houden. Ik ben niet voor een gat te vangen. Heb zo eens maandenlang gereden in een auto waar helemaal geen garantie opzat. Kan je er ook niet mee terug. Dan maar gassen.
Thuisgekomen bel ik de garage om te zeggen dat het toch niet helemaal gelukt is met het voornoemde stiftje. Er wordt begripvol gereageerd. Of ik vrijdag even langskom. Moet waarschijnlijk een nieuwe sensor in.


Vrijdag ga ik met zoon en zijn vriend naar de garage. Met hun neus tegen het raam van de werkplaats gedrukt kijken ze hoe de auto gerepareerd wordt. Tien minuten werk heeft de hoofdmonteur gezegd. En dat klopt. Ik krijg de sleutel, stop jongetjes en tas in de auto. Stap in, start, rijd weg en sla af. Ik heb nog geen 5 meter gereden.
Er weer uit. Jongetjes eruit. Auto weer de werkplaats in. Neuzen tegen het glas.
Tien minuten later krijg ik de sleutel weer. Jongetjes erin. Ik erin. Starten. Wegrijden. Dit keer haal ik een meter of 15.
Ik zet hem nu zelf maar in z’n achteruit en rijd hem terug de werkplaats in. Opgetrokken wenkbrauwen.
Eruit. Jongetjes eruit. Neuzen tegen het glas. Tien minuten…
Als hij na de derde poging weer afslaat rijdt de monteur een stukje. Gelukkig slaat hij bij hem ook af.
Ze zullen toch concluderen dat het aan mijn rijstijl ligt.
Niet dat daar iets mis mee is. Maar toch.
Vierde poging. “Alstublieft, de sleutels. Nu doet ie het echt. We hebben hem tien keer gestart.” Ik kom dit keer inderdaad verder. Helemaal het terrein van de garage af. Het geheel begint een beetje trekken te krijgen van een slechte soap.


“Nee, dan moet ik hem toch echt langer hebben. Kunt u hem maandag brengen?” Toevallig kan dat. Het blijkt een blablapakking die olie lekt op de huppeldepupsensor. Die hele sensor kan er dus niks aan doen. En die andere vier ook niet. Als ik er weer mee naar huis rijd merk ik meteen dat hij anders klinkt. Stuk beter. ‘s Avonds belt de hoofdmonteur nog even, of alles naar tevredenheid is. Ik kan in elk geval zeggen dat ik mijn huis zonder haperingen heb bereikt.


Als onze hand van kiezen bij een asiel net zo gelukkig is als bij een autobedrijf, zou dat best eens problemen kunnen opleveren. Nog maar even over nadenken….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten