woensdag 16 november 2011

Geen houden meer aan.

We rijden ergens bij Houten. Pang. “Wat is dat” vraag ik geschrokken, want enigszins verdiept in mij telefoon. “Een steentje” zegt mijn man. De snelwegschutter zal het inderdaad niet zijn, denk ik nog, die kwam nooit bij Houten. Mèt dat ik het denk zie ik een barstje vanaf links opkomen. Een centimetertje of twee. Nee, drie. Nee, vier. Ik houd angstvallig de vlekken die de ruit ontsieren in de gaten bij wijze van meetinstrument. Ja hoor. Hij trekt verder. Zat erin. Als zoiets eenmaal begint is er geen houden meer aan.


Wat kan een mens zich soms machteloos voelen. Ik denk aan oorlogen. Aan aardbevingen. Aan Japan vorig jaar, ver weg, maar voor ons dichtbij. De angst van onze Japanse buurman en zijn vrouw werd onze angst. Aan de onrust en de guerrilla in de herkomstlanden van onze kinderen. Aan dingen die fout zijn gegaan bij ons in de kerk. Ik denk aan het onomkeerbare ziekteproces waarin mijn vader belandde. Aan negen miskramen. 
Als het eenmaal begint is er geen houden meer aan.


En dan realiseer ik me waarom we hier in de auto zitten. We vieren vandaag de dag dat oudste bij ons kwam. 
En ik denk aan drie keer zomaar een kindje in je handen gedrukt krijgen. Het onmiddellijke lachje van oudste. De maniertjes van tweede. Het huilen van jongste. En hoe ongelofelijk snel ze allemaal eigen zijn geworden. Ik denk aan familie. Aan vrienden. Aan hoe liefde je soms ineens kan verrassen.
Geen houden meer aan houden van.

1 opmerking: