maandag 7 november 2011

Makkelijk.

Een dochter komt bij me met haar franse les. “Wil je dit even voor me vertalen?” Tuurlijk, geen probleem. Ik dreun het lesje in het Nederlands op. “Oké, bedankt!” 
Ben ik te makkelijk? Wat leert zo’n kind daar nou van? Moet ik er niet naast gaan zitten met een woordenboek en haar steunend alles woord voor woord laten vertalen? Wat doet een ander kind met een moeder die geen Frans spreekt? Zullen er toch ook wel een paar van zijn in dit kikkerlandje. Terwijl het geen bal voorstelt, Frans. Als je de oww maar kent kan er eigenlijk niet zoveel mis gaan. Vertel ik mijn dochters altijd.


Moet je niet denken dat ik doorlopend huiswerk voor m’n dochters zit te maken. 
Ha! Mochten ze willen! 
Maar ik verbaas me nog wel eens over de hoeveelheid werk, met name als het om pretvakken gaat. Ik schop nu ongetwijfeld mensen  tegen de schenen. Ik weet ook wel dat het tegenwoordig volwaardige examenvakken zijn. Maar dat zie ik dan weer niet terug in het aantal toegewezen lesuren. Oudste had in de brugklas 4 uur Frans en 1 uur tekenen. Maar de tijd die ze aan het huiswerk besteedde was omgekeerd evenredig.


Ik herinner me een opdracht; 2 monden en 3 ogen. En ze kan niet tekenen. Nu klink ik misschien als een harteloze moeder, maar je moet nooit sentimenteel doen over je kinderen. Ze heeft andere talenten. Gelukkig, want anders hadden we natuurlijk wel een probleem. Of niet. Misschien is een talentloos kind wel een hele opluchting.
In elk geval wil het niet lukken met de ogen en de monden. 
Daar staat ze, met rode ogen van de inspanning en de slaap… “mam, het wil niet, ik kan het echt niet.” Ik werp een voorzichtige blik op het werk. Ze heeft gelijk. Ze kan het echt niet. Ik maak haar werk af. Kost me ook nog wel een stiefanderhalfuurtje, want het is ook niet mijn grootste talent. 


We hebben een acht. Kennelijk is mijn werk op brugklasniveau redelijk. Maar dochter zit ermee. Het is niet eerlijk. Nee, dat klopt. Misschien ben ik wel te makkelijk. Dus ik maak het goed. De eerstvolgende keer dat ze haar werk niet afkrijgt geef ik haar een zorgvuldig geformuleerd briefje mee. 


Geachte mevrouw X. 
N. Heeft haar huiswerk niet af omdat ze niet wil dat ik het afmaak, zoals ik de vorige keer wel heb gedaan. Waarvoor mijn nederige excuses. Ik was wel blij met mijn acht. 
Kennelijk is een uur per week volstrekt ontoereikend onze dochter de beginselen van het tekenen bij te brengen. Ik verzoek u dan ook tot het uitreiken van dyspictorie-pas. 
Gaarne uw reactie. Met vriendelijke groet…


“En, wat zei ze?” is mijn eerste vraag als dochter thuiskomt. “Niet gegeven, ik had een tussenuur en ik heb het nog afgemaakt.” 
Jammer. Ik had wel een reactie willen hebben. 
Maar wel zo makkelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten