zaterdag 5 november 2011

Nog even nadenken.

"Ik heb jullie foto’s uit Barcelona nog eens bekeken, wat een prachtige stad.”
Tweet van m’n moeder. Ze wil er ook wel een keer naar toe, mèt mij. Daar kan ik natuurlijk geen bezwaar tegen maken. 
Hoewel. Onze gezamenlijke activiteiten willen, overigens geheel buiten mijn schuld, nog wel eens wat chaotisch verlopen.


Woensdagavond. Ik logeer een nachtje bij m’n moeder omdat ik de volgende dag vroeg in Den Haag moet zijn. Het is dankdag. Na een tamelijk drukke zit in de kindermiddagdienst thuis, ben ik op de trein gestapt en ben precies op tijd voor het eten bij haar. Na het eten snel koffie, want de kerk begint om half acht en we moeten nog wel een stukje rijden om er te komen. Terwijl ik m’n haar enigszins probeer te fatsoeneren, hoor ik haar driftig heen en weer lopen. “Waar zijn mijn autosleutels?” Tja… dat weet ik natuurlijk niet, dus ik kam rustig door. Het gerommel vanuit de gang wordt luider. “Waar zijn m’n reservesleutels?” 
Ik sta ondertussen met m’n jas aan te wachten als de reservesleutels eindelijk opduiken. 
Snel met de lift naar beneden en naar de auto. M’n moeder klikt op de afstandsbediening. Niks. “Nou dan maar zo” zegt ze terwijl ze de sleutel in het slot steekt. 
Nee! Het alarm gaat af. Keihard! Ik kijk haar stomverbaasd aan, en loei over het geluid heen: “Heb jij een alarm op je auto?”  Ik probeer te liplezen als ze iets terug zegt. “Wist ik ook niet.” Deur dicht. Pffffffff. Alarm houdt op. Deur open. Alarm begint weer. Ze start snel. Het stopt weer. Mijn deur open en ja hoor, daar gaan we weer op volle sterkte. Ze rijdt weg: ”Het zal toch wel een keer ophouden.” En dat doet het ook. Met tuitende oren zwijgen we eerst maar eens even. Met stomheid geslagen heet dat. Zij vanwege het alarm. Ik vanwege het feit dat ze niet weet dat ze een alarm op haar auto heeft en dus ook geen idee hoe ze het uit moet zetten. 


Ondertussen hebben we keihard haast. Gelukkig rijdt mijn moeder als een vent. Een jonge vent. Achteloos alle snelheidsvoorschriften negerend scheurt ze door richting kerk, hier en daar gehinderd door een stoplicht dat ze verbaal op groen probeert te dwingen. Als we eindelijk de Franse Kerkstraat bereiken blijkt deze niet toegankelijk: opgebroken. Foeterend rijdt m’n moeder door het doolhof dat Voorburg Centrum heet en vindt uiteindelijk een plekje voor een verzorgingstehuis in de steigers. Hartstikke illegaal “maar het is hier zo donker, dat ziet niemand.” 


In gestrekte draf gaat het vervolgens richting kerk. Nu ben ik er vanaf mijn jeugd aan gewend dat mijn moeder ongeveer een metertje of anderhalf voor me uit struint maar dit keer raak ik haar bijna kwijt. Gevolg van een kleine blessure bij het hardlopen ‘s ochtends. Toch vreemd om eruit gelopen te worden door een 78-jarige. We halen de zegen nog net. Halverwege de preek fluistert ze ineens in mijn oor: “Ze zitten in m’n paarse boodschappentas.” Ik neem aan dat ze refereert aan de kwijtgeraakte niet-reservesleutels.
Op de terugweg wil de auto nog niet reageren op de afstandsbediening, maar houdt zich verder gelukkig koest.


Samen met m’n moeder naar Barcelona. Ik moet er nog even over nadenken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten