donderdag 8 maart 2012

Foutje.

Hij is met een niet gehoorzamend gewricht doorverwezen naar de specialist. 
“Mag je nog sporten?” vraag ik, naar aanleiding van het verslag dat ik krijg van het doktersbezoek. 
“Niet gevraagd.”
Mijn ogen rollen zowat uit mijn kassen. Dat zou nou de eerste vraag zijn die ik zou stellen. Nou ja. Misschien niet de eerste. Maar ik zou hem stellen.


Het schijnt dat ik als 2-jarige ben bestraald op mijn rug. Omkijken was daarbij uiteraard ongewenst. Ik vond het doodeng, dat gedoe achter mijn rug om. Misschien komt daar die vreemde drang bij mij vandaan om bij medische zaken altijd het naadje van de kous te willen weten. Ik wil niet thuiskomen met zo’n oh-verrek-vergeten-te-vragen gevoel.
Ik ben me ervan bewust dat ik daarmee ruim trekken van een controlefreak vertoon.
Aan de andere kant, we hebben hier genoeg acute opnames meegemaakt waarbij ik of een kind onder het mes lag voordat er een vraag gesteld kon worden. Dus als het kàn, stel ik die vragen graag. 


Genetisch kan het niet zijn, maar besmettelijk blijkbaar wel, want sinds vandaag ben ik erachter dat we er hier eentje grootbrengen die dezelfde trekjes vertoont. Alhoewel. Zo bont heb ik het nooit gemaakt. Denk ik.


“Schiet maar op” sms ik haar, “we zitten in kamer 2”. Ze heeft samen met haar broer een afspraak bij de tandarts. Hij voor sealen, zij voor een gaatje vullen in haar kies.
Bijna onmiddellijk krijg ik een smsje terug “Ik sta denk ik voor de deur”. 
Even haar broer in de steek latend, die de hele boel gelaten over zich heen laat komen, doe ik een stap opzij en ruk de deur open. Het klopt. Ze komt met haar bijna 15 jaar bibberend binnen.
Helaas voor haar is broer op dat moment klaar en gaat met de assistente op zoek naar een spoelgelegenheid –waar zijn die spoelbakjes-aan-de-stoel eigenlijk gebleven?- zodat ze meteen mag plaatsnemen.


Compleet verkrampt ligt ze op de stoel. Bij elk boortje dat gebruikt wordt vraagt ze beleefd om uitleg.  Even simpel een gaatje vullen is er bij deze dame niet bij. De tandarts beschikt gelukkig over megageduld en geeft een gratis hoorcollege tussendoor. 
“Zo, ik ben klaar met boren. Nu gaan we vullen.”  
Haar ogen worden groot van verbazing. Ze heeft wel iets gevoeld, maar ze had een grotere marteling verwacht. Ik zie haar ontspannen.
De tandarts en assistente durven ondertussen geen vinger meer te bewegen zonder uitgebreid toe te lichten waarom en hoe ze het betreffende lichaamsdeel gebruiken.
Daar ligt ze, als een prinses, met alle egards omringd.
Ineens begrijp ik hoe ze onder al die telaat-bonnetjes op school uitkomt. Op een of andere manier paart ze haar onzekerheid aan een charme die mensen voor haar doet rennen. Dat werkt thuis natuurlijk allang niet meer, maar hier zie ik het gebeuren.
Inwendig grijnzend kijk ik hoe het vulproces voltooid wordt.


“Klaar” zegt de tandarts, en ik meen toch iets van opluchting in zijn stem te bespeuren.
Dochter komt met stoel overeind en zegt met iets verontschuldigends in haar stem: ”Ja, dan had ik toch nog een vraagje. Toen u al klaar was met boren, voelde ik nog wel iets aan mijn kies.” De tandarts staat inmiddels achter haar zijn handen te wassen. “Ja hoor, dat kan, het kan nog wel een dag of twee wat gevoelig blijven.” 
Ze vervolgt: “ja, ik vraag het maar, misschien had u wat geraakt wat niet de bedoeling was.” Ik kreun. Dat zèg je toch niet. Maar ze gaat unverfroren door. “Iedereen kan een foutje maken toch?” Ik zie vanuit mijn ooghoek de tandarts die een lachbui probeert te onderdrukken. Gelukkig. Hij heeft gevoel voor humor. Maar de volgende keer gaat ze maar alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten