We lopen naar binnen ik rommel wat in een rek als ik ineens een hoog, tekenfilmachtig stemmetje hoor: “Hallo!”
Ik kijk wat verwilderd om me heen, in de verwachting ergens een kind te zien staan, vang de pretogen van mijn dochter op en zie dat het helemaal geen kind is, maar de winkelmevrouw zelf. Ik mompel wat, probeer niet naar oudste te kijken die een geweldige lachbui staat te onderdrukken en dan…oh gruwel, …zoon! Nog steeds lekker in z’n eigen wereldje bezig. Hij heeft het ook gehoord en zegt, meer tegen zichzelf dan tegen wie dan ook, maar desondanks goed verstaanbaar, op precies dezelfde toon als de winkelmevrouw èn twee keer achter elkaar : “Schattig stemmetje: hallo” Oudste en ik proberen erover heen te hoesten, ons half verslikkend in onze lach en struinen snel dieper de winkel in, zoon met ons meetrekkend. Als we weer enigszins op adem zijn gekomen, we durven elkaar nog steeds niet aan te kijken, zetten we de terugreis in. Oudste sist nog even naar zoon: “niet praten!” en we hollen meer dan we lopen richting uitgang. Als we vlakbij de toonbank met winkelmevrouw zijn vind zoon het tijd worden om nog een paar hallo’s te produceren. We hangen slap tegen elkaar aan, oudste en ik, een winkelpui verder, terwijl er nog een incidentele hallo voorbij komt van onderaf…
Goede les voor de volgende keer: behalve zoon en dochter ook m’n gevoel voor humor meenemen. Scheelt een hoop stress.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten