donderdag 8 november 2012

Wachten


“Oei”, roept mijn voltallige woonkamer als ik met een vaart tegen het openstaande deurtje van het keukenkastje aanloop, gevolgd door “gaat het?” en “heeft u zich pijn gedaan zuster?” en meer meelevende geluiden.
“Ik wilde even checken of u nog wakker was” roep ik over mijn schouder terwijl ik toch maar even hard over mijn voorhoofd wrijf.
Dikke eigen schuld natuurlijk, in mijn haast twee dames van koffie te voorzien, een op het toilet te helpen en tegelijk de vaatwasser uit te ruimen heb ik het deurtje open laten staan.
Als ik even later een kop koffie omver gooi die mijn collega behulpzaam voor me aan de kant heeft gezet weet ik wel weer hoe laat het is…

Het lijkt wel of dat bij mij met vlagen gebeurt, van die rampdagen. Ik herinner me nog levendig de keer dat ik, in mijn ijver zo’n soort gezellige moeder te zijn uit de Libelle, een keer pannenkoeken bakte op een ietwat ongelukkig tijdstip.
Moest een eitje zijn met de uitvinding van dat jaar: zo’n schudfles! Beetje melk erbij, goed schudden, beslag is klaar. Geen geroer of gemix tussen het bakken door, gewoon even schudden. Behalve de klonten die je er dus echt nooit helemaal uitkrijgt is het ook best een idee.
Ik doe een beetje boter in de pan, schud een keer goed, laat het beslag in de pan lopen en met een paar minuten is de pannenkoek klaar. Boter, weer even schudden, beslag in de pan. “Gaat lekker” denk ik nog, terwijl ik al stiekem begin te dagdromen over van die leuke, nonchalant aangeklede tafeltjes met accessoires en woonbladen enzo erop die je ook altijd in de Libelle ziet staan. Ik bedoel, als dit haalbaar is…
Bij mijn volgende schudpoging wordt mijn dagdroom wreed verstoord. Het is namelijk wel de bedoeling dat je de dop er goed op draait natuurlijk. Mijn keuken lijkt minder op een woonblad of een Libelle dan ooit, met overal aanklevend beslag, maar erger nog, ik voel de teleurstelling van de kinderen al. Geen pannenkoeken kan gewoon niet! “Snel gewoon beslag bijmaken”, denk ik, en bedenk dat de bloem bovenin het keukenkastje staat. Ik pak de triptrap van oudste bij wijze van keukentrap, spring erop en zak er met een evengrote vaart doorheen. Ik weet niet meer of die pannenkoeken er ooit nog gekomen zijn. Ik herinner me wel bloedende scheenbenen.

Als ik met bult op mijn voorhoofd thuiskom, blijkt het strijkijzer kapot te zijn. De volgende ochtend weigert mijn bankpas dienst en blijkt geblokkeerd te zijn vanwege mogelijke skimming. De post brengt een brief van de RWD omdat een van de auto’s niet verzekerd is. De boete bedraagt nog net geen 400 euro. Blijkt een administratief foutje als ik even Apeldoorn bel. Maar toch. Mocht iemand me zoeken, kijk eens in mijn bed. Daar lig ik in, met de dekens over mijn hoofd getrokken. Te wachten tot vandaag voorbij is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten